Sportploeg 1991: Tonego (voetbal, Luttelgeest)

Het kòn eigenlijk niet anders

Overgenomen uit De Polderkrant van 27 januari 1992.

Voor de voetballers van Tonego kwam de verkiezing tot Sportploeg van het Jaar niet helemaal als een verrassing. „Het kòn eigenlijk niet anders”, vertelt trainer Gé Schuurman, „Maar de mensen moeten je natuurlijk nog wel kiezen en dit is toch best leuk voor zo’n kleine vereniging”

Er waren verschillende serieuze gegadigden voor de allereerste verkiezing van de Sportploeg van het Jaar, maar de lezers van De Polderkrant kwamen uiteindelijk toch tot de conclusie dat de prestaties van Tonego het meest tot de verbeelding hadden gesproken.

Een hartstikke mooi jaar

„Het was een hartstikke mooi jaar”, erkent ook de heer Schuurman, „De hoogtepunten waren het kampioenschap in de eerste klasse van de afdeling, de winst in het Twaalf Provinciën Tournooi in Swifterbant èn het feit dat we er nu in de vierde klasse ook weer goed bij zitten”.

Het zal inmiddels genoegzaam bekend zijn: Tonego werd drie jaar achter elkaar kampioen. De ploeg stoomde in één keer door van de laagst denkbare klasse (de derde klasse van de onderbond) naar een niveau dat buiten Marknesse nog nooit een polderdorp heeft weten te bereiken. En ook in de vierde klasse van de KNVB staat Tonego nu alweer op de tweede plaats.

Bluf

Ge Schuurman zegt de laatste garen in zijn voorbeschouwingen op het seizoen steevast, dat zijn ploeg voor het kampioenschap gaat. Ook dit jaar heeft hij dat weer gezegd en tot nu toe heeft het elftal die prognose wederom redelijk kunnen waarmaken.

Is het dit jaar bluf van Schuurman geweest? „Nee hoor”, antwoordt hij, „Ik heb de laatste jaren gekeken hoe de kampioenen van de eerste klasse het in het seizoen daarop in de vierde klasse deden. En als je dat bekijkt, dan kom je automatisch tot de conclusie dat die vierde klasse niet veel zwaarder kan zijn dan de afdeling”.

Gewoon een goede ploeg

„Bovendien hebben we een ploeg die al lang met elkaar optrekt. Je kent elkaar en je weet wat de jongens kunnen. Als het merendeel van de spelers fit is en goed in conditie dan hebben we gewoon een goede ploeg. Dat is iets dat ook de tegenstanders zeggen. Misschien missen we wat ervaring op dit niveau, maar daar staat tegenover dat we een aantal jongens hebben waar een gigantisch karakter in zit. Jan en Gerard Wentink zijn daar voorbeelden van”.

“Paul Nooy, onze keeper, is ook zo’n jongen. Hij is begonnen als voetballer van het derde. Er is toen op een gegeven moment gezegd: Laten we hem maar in het doel zetten, dan hebben we geen last van hem. Maar inmiddels is hij voor ons een gigant. Hij staat er al negen jaar, hij heeft nog nooit enige concurrentie gehad, maar hij is er altijd en je kunt altijd van hem op aan”.

Het eind van de opmars van Tonego is volgens Gé Schuurman nog niet in zicht. De ploeg staat momenteel tweede en de achterstand op koploper Olympia ’28 bedraagt drie punten. ,,Dat is te doen”, vindt Schuurman, ,,We moeten straks zelf van Olympia winnen en daarna moeten we maar eens verder kijken. Maar we zijn nog zeker met kansloos”.

Opsteker tegen WHC

Het elftal heeft na de winterstop in ieder geval al een gigantische opsteker gehad. Dat was niet zozeer de verkiezing tot Sportploeg van Jaar, als wel de 2-5 overwinning op eersteklasser WHC. Schuurman was een week lang aan het bellen geweest om een oefentegenstander te vinden. Uiteindelijk gaf iemand hem de tip dat WHC nog vrij was. De trainer was niet enthousiast: „Want ik was bang voor een pak slaag. En dat zou ons vlak voor de hervatting van de competitie slecht uitkomen”.

„Ik heb vooraf ook tegen de spelers gezegd: We moeten er ontspannen naartoe gaan. Het gaat niet om de uitslag, maar om de manier waarop we voetballen. Toen we in de we in de eerste helft een 1-2 voorsprong namen, heb ik in de rust nog gezegd: Al verliezen we met 9-2, we hebben er in ieder geval twee gemaakt”.

In de tweede helft liep de score op tot 2-5: „Het ene doelpunt was nog mooier dan het andere. Frank Visser maakte een omhaal zo mooi… Het was echt nèt Van Basten”.

Tonego werd na afloop van die oefenwedstrijd geprezen om haar voetbalkwaliteiten vooral haar spontaniteit: „Dat iets dat ze kennelijk in de eerste klasse niet meer kennen”.

Accommodatie

Voorzitter Mats Dekker van de afdeling voetbal van Tonego maakte van alle aandacht voor zijn club
nog eens gebruik, door te wijzen op de accommodatieproblemen van zijn vereniging. Vooral het ontbreken van ballenvangers op het hoofdveld en de parkeerproblemen zitten hem dwars.

„Ik begrijp dat niet alles kan, maar het gaat hier om noodzakelijke dingen. Als je vierde klasse KNVB voetbalt, dan heb je die ballenvangers gewoon nodig. En die parkeergelegenheid is een zaak van de gemeente. Die knelpunten moeten een keer worden opgelost”.

Onderhoud delegeren

Sprekend over de gemeente, denkt de voorzitter dat er veel geld kan worden bespaard door een belangrijk deel van de aanleg en het onderhoud van de velden te delegeren aan de verenigingen.

Volgens de heer Dekker is het aan de onderhoudscommissie van Tonego te danken dat het complex er momenteel nog zo goed bij ligt: ‚,En dat is ook de kracht van deze vereniging. We hebben een goede onderlinge band en we hebben wat voor elkaar over. De kampioenschappen van de laatste jaren zijn dan ook kampioenschappen van het collectief”.